studierichtingen
Alle doorstroomrichtingen bereiden je voor op hogere studies. Daarom moet je in elk vak een basispakket theorie verwerken, meer dan in de dubbele finaliteit.
Een richting in de domeinoverschrijdende (DO) doorstroomfinaliteit bereidt leerlingen voor op een brede waaier aan academische en professionele bachelor-opleidingen. De basisleerstof van verschillende algemene vakken zoals Frans, Engels, Nederlands en geschiedenis wordt verdiept. Het verwerkingstempo ligt hoog.
Studierichtingen in de domeingebonden (DG) doorstroomfinaliteit bereiden leerlingen voor op specifieke richtingen aan de universiteit of hogeschool die voornamelijk aansluiten bij de studierichting die gevolgd werd in het secundair. De meeste vakken worden niet verdiept waardoor het verwerkingstempo lager ligt.
Je kiest voor:
Je kan:
Je studierichting bestaat uit:
Domeingebonden doorstroomrichtingen bieden je meestal een extra vak aan, dat veel andere richtingen niet hebben. Zo besteed je in Bedrijfswetenschappen heel wat uren aan economie. Je krijgt er ook wat meer wiskunde dan het basispakket, maar daar blijft het dan bij.
In domeinoverschrijdende richtingen verwerk je echter nóg extra leerstof voor wiskunde, en ook nog eens voor talen én voor geschiedenis. Zo biedt de richting Economische wetenschappen dezelfde economie als Bedrijfswetenschappen, maar legt ze voor wiskunde, talen en geschiedenis de lat nog hoger. Daardoor kan je na Economische wetenschappen gemakkelijker ook niet-economische richtingen volgen.
Op gelijkaardige wijze overstijgt de richting Natuurwetenschappen het domein STEM (wetenschappen en wiskunde) tot STEM+, want je krijgt daar dus ook meer talen en geschiedenis.
Ook de richting Latijn is zo een STEM+: doordat je er naast Latijn ook heel wat extra wiskunde en wetenschappen studeert, behoort deze richting immers tegelijkertijd tot het domein Taal en Cultuur als tot het domein STEM.
Domeinoverschrijdende richtingen bieden je dus gegarandeerd een brede, algemene vorming, waarmee je later nog alle kanten uit kunt.