Maak jij de overstap van het basisonderwijs naar het secundair onderwijs? Op deze webpagina vind je meer informatie over de structuur van het (vernieuwde) secundair onderwijs.
Het secundair onderwijs bestaat uit drie graden:
Zowel in het eerste als in het tweede jaar kan je kiezen uit twee stromen:
Vanaf het derde jaar (tweede graad) kan je studierichtingen kiezen uit acht verschillende studiedomeinen:
De keuze die je maakt, bepaalt welk perspectief je na het secundair onderwijs hebt.
Kies je voor een domeinoverschrijdende of domeingebonden doorstroomrichting? Dan kies je ervoor om na het secundair onderwijs over te gaan naar het hoger onderwijs (professionele of academische bachelor).
Nadat je bent afgestudeerd in een studierichting van de arbeidsmarktfinaliteit, ga je op zoek naar een job op de arbeidsmarkt. Tijdens je carrière in het secundair onderwijs doe je hiervoor de nodige kennis op en leer je de nodige vaardigheden aan.
Een studierichting uit de dubbele finaliteit (doorstroom/arbeidsmarkt) geeft jou de keuze om na het secundair onderwijs een opleiding aan te vangen in het hoger onderwijs (professionele bachelor) of naar de arbeidsmarkt te gaan.
Doorheen jouw carrière in het secundair onderwijs, zal je verschillende keuzes moeten maken: kiezen begint in het eerste jaar en eindigt wanneer je uitstroomt richting hoger onderwijs of arbeidsmarkt.
De twee leerjaren van de eerste graad zijn algemeen vormend. Tijdens deze jaren heb je de kans om jouw interesses en talenten te ontdekken. Je krijgt hier al de kans om te proeven van verschillende vakken en pakketten.
2de jaar A
2de jaar Bof 1ste jaar Aof 2de jaar A*
3de jaar D3de jaar A3de jaar D/A
3de jaar Aof 2de jaar A*of 3de jaar D*of 3de jaar D/A*
Het overzicht van de studierichtingen in het secundair onderwijs wordt de matrix genoemd. De matrix gaat uit van een geleidelijke studiekeuze:
In de eerste graad ligt de nadruk op de oriëntering.
In de tweede graad hebben de leerlingen nog een brede studiekeuze.
In de derde graad zijn de studierichtingen scherper geprofileerd dan die van de tweede graad met het oog op gerichte en succesvolle instroom in het hoger onderwijs of op de arbeidsmarkt
Wanneer je overgaat van het tweede naar het derde jaar, zal jouw keuze echt richting geven aan jouw studies. In Smiks kan je kiezen uit een brede waaier van richtingen uit verschillende domeinen en finaliteiten.
Een richting in de domeinoverschrijdende (DO) doorstroomfinaliteit bereidt leerlingen voor op een brede waaier aan academische en professionele bachelor-opleidingen. De basisleerstof van verschillende algemene vakken zoals Frans, Engels, Nederlands en geschiedenis wordt verdiept. Het verwerkingstempo ligt hoog.
Studierichtingen in de domeingebonden (DG) doorstroomfinaliteit bereiden leerlingen voor op specifieke richtingen aan de universiteit of hogeschool die voornamelijk aansluiten bij de studierichting die gevolgd werd in het secundair. De meeste vakken worden niet verdiept waardoor het verwerkingstempo lager ligt.
Ja, maar deze overstap is niet evident en uitzonderlijk. Het is aan de toelatingsklassenraad om jou de toelating te geven om deze overstap te maken.
Omdat je in 2B (of de arbeidsmarktgerichte studierichting) veel praktischer aan de slag bent gegaan, vraagt het een hele aanpassing van jou om de abstractere leerstof te verwerken.
Je kiest voor:
Binnen de doorstroomfinaliteit is er een opdeling tussen domeinoverschrijdende en domeingebonden studierichtingen.
In de derde graad krijg je de kans om je nog verder te verdiepen in je studiekeuze. Jouw keuze bereidt jou meteen voor op de stap na het secundair onderwijs: het hoger onderwijs of de arbeidsmarkt.
Je maakt opnieuw een keuze. Logischerwijs kies je de vervolgopleiding van de studierichting die je in de tweede graad volgde maar dat hoeft niet. Je mag ook een andere keuze maken in de derde graad.
Afhankelijk van de studierichting die je in de derde graad kiest, zal je je moeten bijwerken voor enkele vakken.
Wanneer je slaagt in het zesde jaar arbeidsmarktfinaliteit, ontvang je een diploma secundair onderwijs onderwijskwalificatieniveau (OK) 3.
Om toegelaten te worden in het hoger onderwijs, heb je een diploma secundair onderwijs OK 4 nodig.
Dit houdt in dat je niet rechtstreeks de overstap kan maken naar het hoger onderwijs (met uitzondering van HBO5 of graduaatsopleidingen).
De specialisaties binnen Se-n-Se-richtingen geven geen extra onderwijskwalificaties, wel arbeidskwalificaties.
Er is wel een Se-n-Se-richting, die na daar geslaagd te zijn, wel een verhoging van onderwijskwalificatie geeft (van 3 naar 4) nl. het ‘naamloos jaar‘.
Als je voorheen een richting binnen de arbeidskwalificatie hebt gevolgd, word je daar op één jaar tijd gebracht op het niveau van de algemene vorming derde graad dubbele finaliteit. Als je daar dus slaagt, mag je nadien wel rechtstreeks inschrijven voor een bachelor-opleiding van het hoger onderwijs.